De donkere dagen
De donkere dagen en het gemis dat voelbaar blijft
De dagen worden weer korter. ’s Ochtends is het nog donker als ik op pad ga, en ’s avonds brandt het licht al vroeg in huis. Het zijn de weken waarin de wereld vertraagt, en de stilte van de herfst langzaam overgaat in de winter. Voor veel mensen is dat een tijd van gezelligheid, van samen zijn. Maar voor wie iemand mist, kunnen deze dagen juist extra zwaar aanvoelen.
Ik merk het niet alleen bij de families die ik mag begeleiden, maar ook bij mezelf. In deze periode, waarin de avonden lang zijn en de herinneringen zich makkelijker aandienen, voel ik het gemis van mijn eigen ouders - en inmiddels het verlies van ook mijn schoonmoeder - sterker. Soms onverwacht, bij het horen van een lied, de geur van iets dat vroeger op tafel stond, of gewoon bij het zien van het lege plekje waar ooit iemand zat.
Het verdriet lijkt dan weer wat dichter onder de huid te liggen. En dat is oké. Want rouw is niet iets dat vervaagd met de tijd. Het verandert, het krijgt andere kleuren, maar het hoort bij ons. Juist in de donkere maanden komt dat besef naar boven: dat liefde niet ophoudt bij het afscheid.
Ik zie het ook bij anderen. Mensen die vertellen dat ze opnieuw even “teruggeworpen” worden in het gemis, of dat ze bang zijn de feestdagen niet zonder tranen door te komen.
Misschien is juist dat gevoel een teken zijn van liefde, een stille bevestiging dat iemand blijvend betekenis heeft in je leven.
Misschien is dat wel het mooie van deze tijd van het jaar. Tussen het vallen van de bladeren en het branden van kaarslicht ontstaat ruimte voor herinneringen. Voor even stilstaan bij wie er niet meer is, maar ook bij wat er wél blijft: warmte, verbondenheid, liefde.
De donkere dagen komen er weer aan. En ja, ze kunnen confronterend zijn. Maar ze bieden ook iets waardevols, de kans om te voelen, te herinneren, en te koesteren. Want zelfs als het buiten donker is, kan de liefde die we meedragen ons licht blijven geven.
